top of page

Kaapstad in 3 dagen

Kaapstad, natuurlijk had ik daar al wel vaker over gehoord, maar het is pas tijdens de laatste paar jaren dat ik er meer over ben beginnen leren. Vroeger, als je dat al 20-jarige al mag zeggen, had die stad niet echt interesse opgewekt, maar sinds enkele jaren had ze toch een plaatsje op mijn bucketlist gekregen. Hoewel ze niet meteen bovenaan mijn lijstje van te-bezoeken-plaatsen-in-de-wereld stond, wist ik wel meteen dat dit dé trip was die ik wilde doen terwijl ik hier was. Ik wist op voorhand niet hoe ik het voor elkaar ging krijgen, met mijn stage en dergelijke, maar ik wist dat ik het op een of andere manier wel zou gedaan krijgen.

Mijn zoektocht naar een compagnon, een geschikte datum en een manier om dit gecombineerd te krijgen met mijn stage begon al vrij vroeg, maar pas een viertal weken geleden begon het plan echt vorm te krijgen en kon ik beginnen uitkijken naar een weekendje Kaapstad.

Kaapstad, hier in Zuid-Afrika ook wel bekend als de Mother City, is een veel aangenamere stad vergeleken met Port Elizabeth, dat had ik meteen door. Port Elizabeth is vuil, niet super levendig en geeft mij vaak het gevoel een verplichte stop te zijn voor toeristen die hun weg maken van Zuid naar Oost. Het is fijn om leven, maar niets speciaal. Kaapstad gaf me dat gevoel wel. Daar zijn er mensen op de straat en valt er vanalles te beleven. Je blijft niet vastzitten op het strand en de plaatselijke cafés.

Onze eerste dag Kaapstad werd meteen goed ingezet. Na een lekker ontbijt op V&A Waterfront en een klein bezoekje aan onze hostel besloten we de klim naar de top van de Tafelberg te doen. Het was op dat moment nog best bewolkt, maar er was ons verteld dat de wolken nog zouden wegtrekken dus besloten we het erop te wagen.

Het was een fijne wandeling, super heftig, dat ontken ik zeker niet, maar wel heel leuk. Het waren twee en een half uur van klimmen en af en toe een beetje klauteren over rotsen, van zweten en af en toe denken dat ik wat aan mijn conditie moest doen, maar het was het helemaal waard. Eens boven voelde ik me helemaal voldaan. Zeker niet door het uitzicht, want helaas hadden de voorspellingen gelogen en trokken de wolken niet weg (geen mooi uitzicht voor ons dus), maar het feit dat ik bovenop die bekende berg stond, maakte me toch wel gelukkig. Er waren, vermoedelijk door het weer trouwens ook niet al te veel toeristen wat er dan weer voor zorgde dat we er toch wel op ons gemak zaten en we er rustig konden lunchen. (Al besloot een murmeltier-achtig diertje wel dat het ons even wilde storen…).

We besloten uiteindelijk dat we de kabelbaan maar weer naar beneden zouden nemen. De afdaling zagen we door de mist en de vermoeidheid niet helemaal meer zitten en we wisten ook niet hoe lang het nog licht zou blijven, en laten we eerlijk zijn, niemand wil nog aan het afdalen zijn als het donker is… Tijdens dat korte ritje met de kabelbaan besloot de zon dan toch om nog even tevoorschijn komen en dus werden we toch nog beloond met het prachtige uitzicht over de stad.

We besloten dan om nog even Bo-Kaap mee te pikken. Een wijk in Kaapstad die zich kenmerkt door de vele huisjes die allemaal in een zo fel mogelijke kleur geschilderd zijn. Het is een prachtig zicht. Een bezoekje aan het Bo-Kaap museum leerde ons dat er totaal geen reden is voor de kleur van de huisjes (iemand begon er gewoon ooit mee en de rest volgde) en ook dat die wijk het hard te verduren had gekregen en een belangrijke rol speelde voor de mensen die erop opgroeiden. Het was er gezellig en het gaf je een warm gevoel, hoewel je wist dat veel van de mensen die er woonden het misschien toch niet zo goed hadden.

Een korte wandeling naar het hostel en een heerlijke pizza margarita beëindigden onze eerste dag, die super vermoeiend, maar tegelijkertijd super zalig was.

Dag twee brachten we door op het Kaapse schiereiland in het Cape Reserve, waar je Cape Point en Kaap de Goede Hoop kan bezichtigen. We hadden de dag voordien een tour geboekt en beklaagden ons dat geen moment. De mond van onze gids stond geen moment stil, en hoewel zijn mopje niet echt grappig waren en je soms echt wilde dat hij twee minuten zweeg, was dit toch heel aangenaam. Hij vertelde ons over alles wat we op de weg tegenkwamen en leerde ons over het Kaapstad dat je normaal niet echt zou leren kennen.

Onze eerste stop hielden we aan Cape Point, waar de originele vuurtoren staat die de schippers moest helpen veilig langs de kaap te varen. Tegenwoordig is die niet meer in dienst, want hij bleek minder effectief te zijn dan voorspeld, maar je kan er dus wel nog een bezoekje aan brengen, al vergt ook dat een kleine klim. (Tenzij je het ‘treintje’ naar boven pakt, maar dat kost dan weer geld). De klim is het in ieder geval wel waard, want je krijgt een fenomenaal zicht op het reserve, op de kliffen, op het echt cape point, waar nu een nieuw, effectiever licht op staat en op alles rondom je. Ik denk dat ik uit de naam van ons alle twee kan spreken als ik zeg dat het zicht er adembenemend is.

Van hieruit besloten we dan met de gids mee te wandelen tot op Kaap de Goede hoop. Een korte, eenvoudige wandeling van zo een 45 minuten. Tijdens die wandeling kreeg je opnieuw zicht op Cape Point en alles rondom, maar dan vanuit een andere hoek en ook dat stelde niet teleur.

Kaap de Goede Hoop zelf is eigenlijk helemaal niet zo speciaal. Het is in feite gewoon een parkeerplaats waarlangs het alom bekend bord met de coördinaten op, staat. Niets al te bijzonder dus. We namen hier de verplichte en ultieme toeristenfoto (want ben je echt in Zuid-Afrika geweest als je geen foto hebt met dat bord?) en trotseerden de rotsen die ons naar het water brachten, maar keerden daarna al snel weer terug.

Onze laatste stop van de dag maakten we in Simon’s Town aan Boulders Beach, een strand waar je pinguïns kan zien. Al meteen toen we het strand betraden voelde ik me een beetje slecht. In feite is dat echt vreselijk voor die pinguïns hoe hun strand zo toeristisch wordt uitgebaat. Ik had veel verwacht, maar dat totaal niet. Ik had verwacht denk ik, dat je enkel langs de kant van het strand kon wandelen, de pinguïns van een afstand kon bekijken, maar niets is minder waar. Het pad loopt echt volledig door hun territorium door en eigenlijk voelde ik me daar allesbehalve goed bij. Ik was ergens denk ik zelfs opgelucht dat we daar weggingen.

Na Boulders Beach keerden we weer terug naar de stad en ook nu kregen we nog nieuwe info mee van de gids. We werden afgezet aan V&A Waterfront en omdat we nog even moesten wachten op de bus die ons richting hostel zou brengen, besloten we nog binnen te kijken in een marktplaats. (Waarvan ik helaas de naam vergeten ben, ik zal proberen er aan te denken het na te vragen bij Aniek. Aniek als je dit leest, help?!) Het was een mooie markt in iets wat leek op een grote, opgeknapte loods. Uiteindelijk kocht ik er niets, daar had ik geen nood aan, maar ik vond het wel leuk er eens door te lopen.

De bus bracht ons terug in de buurt van het hostel, waar we samen spaghetti klaarmaakten en nog even babbelden met een van de andere gasten, om daarna ons bedje op te zoeken.

Onze laatste dag was een korte dag. We hadden afgesproken dat we Lions’ Head (die echt niet op een leeuwenhoofd lijkt trouwens, geen idee hoe ze daarop komen. Ik moet die vergelijking eens opzoeken denk ik) nog zouden doen, wat daarna kwam hing af van de tijd die we nog over hadden.

Dus vertrokken we op weg naar de laatste berg die we samen zouden trotseren in Kaapstad. Het begon allemaal heel onschuldig. Het eerste stuk van de wandeling is best eenvoudig, langs een grote weg, maar hoe hoger je komt, hoe uitdagender het wordt. Het begint met het versmallen van het pad, dan komen er rotsblokken te liggen waarover je moet klimmen en die worden steeds hoger en dan helemaal naar het einde toe, moet je klimmen op ladders en grote, op nietjes lijkende, ijzeren structuren die in de muur zitten en moet je vooral een beetje op zoek gaan naar wat jou de beste weg lijkt. Heel leuk allemaal om naar boven te doen, maar toen we op de top zaten, vroeg ik me toch even af hoe we weer beneden zouden geraken.

Op diezelfde top hadden we trouwens een magnifiek zicht over de stad, de baai, het schiereiland, de Tafelberg, Signal Hill, … het was fantastisch! Duizenden foto’s, heel wat slokken water en een paar handjes vol pindanoten later, begonnen we dan aan die afdaling. Gelukkig viel dat heel wat beter mee dan ik had verwacht, we geraakten heel vlot weer beneden.

We besloten dat het na die klim al te laat was om nog echt iets te doen, dus namen we een Uber terug richting Greenpoint waar onze hostel zat en wandelden nog even door Greenpoint Park, waar we ook onze lunch aten. We dronken nog snel een ice tea in het cafeetje en dan was het echt tijd voor mij om te vertrekken. Ik pakte mijn laatste spullen nog in en stapte dan opnieuw in een taxi richting de luchthaven. De vlucht verliep goed, op twee schreeuwende kinderen na, maar ach zo zijn kinderen zeker?

Eens thuis was ik echt doodop. Ik deed kort mijn verhaal, pakte mijn koffer uit en kroop dan in mijn bed. Moe maar voldaan van het fantastische weekend. Het was tijd om alles eventjes te laten bezinken.

En dat deed ik, daarom dat het een week heeft geduurd, voor deze blog online stond. Ik wilde er zeker van zijn dat ik dit fantastische avontuur op de beste manier mogelijk met jullie kon delen.

Dikke knuffel en veel liefs xxx

bottom of page