top of page

Het begin van een nieuw avontuur!

Hey allemaal en welkom terug op mij blog! Voor de nieuwkomers, ik ben Lien, ik ben 20 jaar en van België. Ik startte deze blog afgelopen jaar tijdens mijn semester in Finland, en nu, meer dan een jaar na ik mijn laatste bericht plaatste, ben ik terug. Deze keer schrijf ik jullie vanuit warmere oorden, namelijk Zuid-Afrika. Specifieker, Port Elizabeth.

Een beetje info over mijn verblijfplaats:

Port Elizabeth is een kleine stad gelegen aan de Oostkaap, daar waar de Indische en de Atlantische oceaan elkaar tegenkomen. Voor de rest wordt de stad door de Afrikanen ook wel ‘die Baai’ of ‘die Winderige Stad’ genoemd. Dat laatste is trouwens niet zomaar; het waait hier non-stop en het kan er heel hevig aan toe gaan. En in deze stad zal ik dus de komende drie dagen wonen en werken.

Ik kwam 5 maart aan, na een heel bewogen reis. Mijn vlucht in Brussel was vertraagd waardoor ik in Heathrow maar 25 minuutjes had om over te stappen. Al lopend en puffend heb ik mijn vlucht gehaald, helaas was dat niet het geval voor mijn bagage. Dat ontdekte ik in Johannesburg. Gelukkig waren ze daar super behulpzaam. (Al duurde het uiteindelijk wel 4 dagen voor ik mijn zak kreeg) Ik ben dan doorgevlogen naar Port Elizabeth, waar ik werd opgewacht door Sam, de begeleidster van de vrijwilligers. Het was meteen een heel warm welkom. Sam is super sociaal en alle vrijwilligers en stagiairs hier waren heel open.

Het huis zelf is ook supergezellig en het voelt echt aan als een thuis. Je bent hier gewoon nooit alleen en je hebt echt geen tijd om heimwee te hebben. Heel anders dus dan vorig jaar in Finland, waar ik de eerste maand heel vaak tranen met tuiten heb geweend.

Dinsdag werd ik dan meteen voorgesteld aan al mijn collega’s en begon ik al een beetje mee te werken. Ik kreeg al snel door dat het er hier helemaal anders aan toegaat dan in België. Alles gaat heel rustig en niemand is ooit gehaast. Dat is best aangenaam, al gaat het me soms ook wel net iets te traag.

Ik word vooral ingeschakeld om sociale media te doen en te helpen bij de online marketing. Een fijne taak, maar we zijn met drie en er is niet zo heel veel werk, dus val ik nogal snel stil. Dat is jammer, want ik wil hier natuurlijk wel veel bijleren en momenteel heb ik niet echt het gevoel dat ik dat echt doe. Daarom ben ik nu in gesprek met mijn mentor hier en een van de bazen, om ook andere taken te doen. Taken die iets meer op toerisme zijn gefocust en waarvan ik iets meer ga leren.

Gedurende de week werk ik, officieel, van 8u30 tot 14u, maar vaak loopt het wel nog een heel eind uit. Daarna heb ik tijd om te doen wat ik zelf wil. Van die tijd probeer ik dan ook goed gebruik te maken en ik moet zeggen, dat ik toch al wel wat gedaan heb.

Een kleine opsomming:

Dinsdag gingen we met een hele groep naar Barney’s, een bar langs het strand, waar dinsdag karaoke-dag is. Een crazy begin van mijn tijd hier, al zeg ik het zelf. We dronken wat, keken alle zingend Zuid-Afrikanen met open mond na en beleefden een heel fijne avond.

De dag nadien gingen we opnieuw naar een bar, Beershack deze keer. Een bar zonder karaoke, maar minstens even gezellig. Het was tijdens die twee avonden dat ik mijn kans greep om iedereen zo goed mogelijk te leren kennen en om op namen te oefenen. Want god, er wonen hier zoveel vrijwilligers, dat ik daar toch mijn tijd voor nodig had. (Ondertussen lukt het gelukkig!)

Donderdag ging ik dan samen met een van mijn collega’s, een van de vrijwilligers en hun Zuid-Afrikaanse vriend naar Maitland River Mouth, een strand met gigantische zandduinen op zo’n 45 minuten rijden van het huis. Hoewel de enorme zware wind het zand enorm deed opwaaien en dat het toch wat onaangenaam maakte, was het er fantastisch. Als ik zeg dat die zandduinen gigantisch waren, dan bedoel ik echt heel gigantisch! We wandelen wat over het strand, trokken foto’s, zochten naar de prachtigste schelpen, zagen de mooiste zonsondergang en genoten gewoon met volle teugen.

Op vrijdag bewandelden we met alle vrijwilligers de Sacramento hiking trail, een magnifieke trail lang het strand. We wandelden over houten trappen en door hoge duingrassen, over het strand en langs prachtige rotspartijen. Onderweg zagen we kwallen, het karkas van een walvis en heel wat andere kleine diertjes. Eindigen deden we op Sardinia Bay, een andere prachtige baai met enorme zandduinen.

Zaterdag en zondag trokken we met twee naar het strand vlakbij ons huis. Zaterdag om een lange wandeling te maken over de dijk, iets te gaan eten in een heerlijk restaurant en met onze voeten in het water te baden. Zondag om vooral op het strand te liggen en uit te rusten (en misschien ook een beetje om te bruinen 😉)

De rest van de dagen heb ik na het werken vooral aan het zwembad in de tuin gelegen met mijn boek en zijn we naar het strand geweest. Het is hier echt ongelooflijk warm. Gisteren en eergisteren stegen de temperaturen tot 38°C, wat echt niet te doen is als je net van de winter komt. (Van een thermoshock gesproken…) Veel bewegen of dingen doen zat er dus niet echt in want dan zou ik letterlijk gesmolten zijn.

Ik heb ook al driemaal de kans gekregen om kennis te maken met de andere kant van de gemeenschap hier in Port Elizabeth. Ik woon zelf in een rijke buurt, zo een vol grote villa’s met zwembaden in de tuin en dure auto’s voor de deur, maar uiteraard is dat niet de enige realiteit hier.

Vorige week bezocht ik het Door of Hope project. Dit is een weeshuis dat opgericht werd door mama Gladys, een bewonderenswaardige vrouw met een gouden hart. Ze heeft zo’n 25 kinderen onder haar hoede die ze allemaal met evenveel liefde verzorgd. Het gaat hier vooral over kinderen die uit huis geplaatst werden of van wie de ouders zelf realiseerden dat ze er niet voor konden zorgen, maar ook over kinderen die echt geen ouders meer hebben. De vrijwilligers zorgen overdag mee voor de kindjes. Er wordt gespeeld, gegeten, gedut en nog meer gespeeld. Het is fantastisch om te zien hoe goed er voor die kinderen gezorgd wordt.

Gisteren bezocht ik Human Dignity Center. Een kleuterschool in Walmer Township* voor de armsten van de armsten. Een gewone school zou je eerst zeggen, maar het is toch beklijvend. De school is heel strikt, de kinderen zijn enorm gedisciplineerd en al van jongs af aan wordt er hen vanalles geleerd. Van thuis uit leren die kindjes Xhosa, maar op school wordt er zoveel mogelijk Engels met hen gesproken, zodat ze later toch naar een gewone school kunnen gaan. Ze doen er daar dus alles aan om die kindjes een zo normaal mogelijk leven te bezorgen. Hoewel het een gewone school is, merk je toch dat die kinderen niet opgevoed worden met de luxe waarmee wij opgevoed worden. Ze hebben vaak afgedragen schoentjes, of veel te grote broeken en hemden, nemen niets mee naar school, eten met hun handen en hun middagdutjes doen ze gewoon op de grond. Het was een speciale en zelfs een beetje moeilijke ervaring, maar ik ben echt blij dat ik het heb meegemaakt.

De laatste speciale ervaring had ik zaterdag, toen gingen we Kasihoppen. Joy, onze gids, groeide op in New Brighton Township en leidde ons daar rond. Daarna was er een overheerlijke braai en vervolgens deden we een soort van kroegentocht langs de kroegen in de Township. Het was zeer gezellig, vooral de derde bar was echt top, maar bij de laatste bar was het toch even raar. We voelden ons sowieso al echte indringers als blanken, maar daar was het helemaal erg. We werden aangestaard als dieren in de zoo, er werden foto’s getrokken met ons en iedereen probeerde ons aan te raken. Het was een hele rare ervaring, waar ik me niet echt goed bij voelde. We voelden ons allemaal niet echt veilig en dus besloten we daar al snel weer weg te gaan, want dat zou onze avond toch ook maar gewoon verpesten.

En dat waren dan al mijn avonturen van de afgelopen anderhalve week, het waren er wel genoeg geloof ik. (hoezo ben ik hier trouwens al 10 dagen? Ik heb het gevoel dat ik pas gisteren ben aangekomen?!) Ik ga het dus hier even bij houden. Ik laat hopelijk snel weer van me horen, maar beloof niets want de wifi is echt vreselijk hier.

Lieve groetjes

Lien

*de Towships zijn woongebieden aan de rand van de stad die tot de val van de Apartheid voorzien werden voor 'niet-blanke' inwoners, dus de zwarte bevolking, kleurlingen en Indiërs.

bottom of page